Omgaan met onbegrepen gedrag binnen de ouderenzorg.
... Dhr heeft veel onrust in zich. Hij kan niet op zijn stoel blijven zitten, ook niet om te eten en drinken. Hij loopt de hele dag rondjes over de afdeling. Wij lopen maar met hem mee om hem op die manier nog wat eten te kunnen geven, we kunnen anders maar zo een tik van hem krijgen. Is er nog iets anders wat we hierop kunnen verzinnen..?
…Mevrouw loopt de hele dag achter me aan. Waar ik ga of sta, is zij ook. Zelfs als ik de kamer van een andere bewoner binnenloop, wil ze met me mee. Dit kan natuurlijk niet. Hoe ik het ook uitleg aan haar, ze lijkt het niet te snappen. Ik raak daar soms best geïrriteerd van. Hoe kan ik hier het beste mee omgaan…?
Als je werkt in de zorg kun je te maken krijgen met onbegrepen gedrag. Dit kan verbaal zijn, mentaal en/of fysiek. Onbegrepen gedrag suggereert dat we het gedrag niet begrijpen. Dit is soms ook echt zo, maar soms begrijpen we het wel en vinden we het steeds moeilijk om ermee om te gaan. Daarom spreken we ook wel van moeilijk hanteerbaar gedrag.
Gedrag is altijd een uitingsvorm van iets dat eronder ligt: een behoefte, een wens. Hoe heftiger het onbegrepen gedrag is, hoe moeilijker het vaak wordt om hiernaar op zoek te gaan. Zowel bij de cliënt als de medewerker liggen er behoeftes aan ten grondslag. De cliënt vraagt misschien om duidelijkheid, om nabijheid, om gezien/gehoord te worden. En jij als medewerker hebt mogelijk dezelfde behoeftes. “Ik sta hier zo mijn best te doen voor de cliënt, waarom kan hij het niet aannemen van me?”
De kern van deze training is:
- ken je cliënt
- ken jezelf in relatie tot je cliënt
Als je met cliënten werkt, kun je in spanningsvolle situaties komen met elkaar. Dat kan met van alles te maken hebben. Je wilt hier graag samen goed doorheen komen, zodat je met elkaar leert dat je de veilige ander wordt/blijft voor de cliënt. Hier is wel het één en ander voor nodig.
Belangrijk is dat je allereerst de cliënt goed kent met wie je werkt. Hierin is de betekenis van het gedrag essentieel. Binnen de training zoomen we hierop in: we zien bepaald gedrag en wat is de betekenis van dit gedrag? Welke behoefte ligt daaronder? Wat vraagt dit van ons als medewerkers?
Daarnaast gaan we inzoomen op jou als medewerker. Daar ligt gelijk ook het accent van de training. Je gaat op zoek naar je eigen betekenis verlening. Hoe ziet jouw spanningsopbouw er eigenlijk uit? Wat merk je zelf, wat is zichtbaar/voelbaar voor anderen? Waar heeft dit mee te maken? Wat helpt je om weer te reguleren, zodat je spanning kan zakken? Want als we zelf kalm zijn, zijn we de beste versie van onszelf.
Dit helpt om je mentale weerbaarheid te vergroten. Je krijgt inzicht in je eigen proces en handvaten hoe je meer grip kunt krijgen hierop.
Je vergroot hiermee je eigen veerkracht.
Daarnaast kunnen we ook fysieke technieken trainen. We maken onderscheid tussen de meebeweegtechnieken en fixeertechnieken. Ook deze technieken zijn gebaseerd op onze visie: als de cliënt het even moeilijk heeft, zit daar een hulpvraag onder en wil ik nabij kunnen blijven.
Uitgangspunten:
- meebewegen
- naast komen
- richting geven
- Inzicht krijgen in de aard, achtergronden en gevolgen van onbegrepen gedrag.
- De medewerker kan een omschrijving geven van de term onbegrepen gedrag en deze term vertalen naar de eigen praktijksituatie.
- Verwerven van een veilige, professionele houding voor, tijdens en na een situatie met onbegrepen gedrag
- De medewerker heeft (meer) inzicht gekregen in wat de invloed is van zijn eigen gedrag (verbaal en nonverbaal).
- De medewerker is in staat om naar mogelijkheden te zoeken voor emotioneel herstel van zichzelf en de cliënt om van hieruit de relatie te herstellen, om samen de activiteit/handeling te kunnen hervatten.
- De medewerker is in staat gerichte opvang en nazorg te bieden aan directe collega’s. Kan benoemen wat hij nodig heeft aan opvang en nazorg na een incident.
- De medewerker heeft zicht gekregen op de (eigen) grenzen van het (onbegrepen) gedrag, door te weten wat dit gedrag met hem doet en kan voorbeelden noemen van zijn eigen wijze van zelfhantering.
- De medewerker voelt zich weerbaarder (sociaal, emotioneel, fysiek) in situaties met onbegrepen gedrag.
- De medewerker beschikt over individuele en/of teamgerichte vaardigheden om veilig te kunnen handelen in situaties van oplopende spanning en/of agressief gedrag van een ander.
- De medewerker heeft weet van de wet en regelgeving en richtlijnen t.a.v. handelen bij onbegrepen gedrag.
In het trainingsprogramma kunnen in overleg de volgende modulen aan bod komen. Om vraag en aanbod tot maatwerk te laten zijn is nadere afstemming noodzakelijk. Door deze afstemming komen de uiteindelijke programma’s tot stand.
- Visie en begrippenkader m.b.t. onbegrepen gedrag. Bewustwording van een eenduidig begrippenkader ten aanzien van de verschillende begrippen rond onbegrepen gedrag, agressief gedrag. Het zoeken naar de juiste interventies, zowel op cliënt- als op medewerker en teamniveau. Het bereiken van een consensus over wat gewenst en ongewenst gedrag is. De gezamenlijke probleemoplossende methode als visie op 'betekenisvol gedrag'.
- Wie is de cliënt? De medewerker in staat stellen om vanuit een gerichte observatie, betekenis aan gedrag van de cliënt te kunnen geven. Vanuit deze betekenis krijgt het handelen van de medewerker vorm. De medewerker kan evalueren (korte en langer termijn) wat het effect van het handelen is.
- Wie ben ik als professional? De medewerker kent zijn eigen signalen, weet hier betekenis aan te geven en is in staat om zijn/haar eigen gedrag aan te passen aan wat de ander nodig heeft, zonder dat dit ten koste gaan van zichzelf.
- Collegiale opvang na incidenten. De eerste opvang na een ingrijpende gebeurtenis of een traumatische gebeurtenis is een intercollegiale verantwoording, wat is belangrijk bij een professionele opvang van een collega?
- Werken vanuit eigen kracht; ervaren hoe je vanuit je eigen zijn krachtiger, steviger kan zijn. Op eigen benen staan bij stress, zonder te hoeven ‘vechten’.
- Introductie hartcoherentie; d.m.v. ademhalingsoefeningen je eigen (on)rust beïnvloeden.
- Werkplaats; oefenen in de praktijk met een acteur. In een veilige leeromgeving oefenen met opgedane theorie en praktijk met een professionele acteur aan de hand van de belangrijke thema’s.
- Afstand en nabijheid: rekening houden met afstand zowel in ruimtelijk als in psychosociaal opzicht. Kennis en inzicht verwerven, oefenen en ervaringen opdoen met lichaamstaal.
- Individuele veiligheidstechnieken, met daarin de basis voor fysieke veiligheid. Veilig los komen uit ongewenste aangrijpingen aan handen, polsen, kleding, haren, bijten (afhankelijk van de vraag zal er een keuze gemaakt moeten worden in welke aangrijpingen getraind gaan worden). Omgaan met slaan en schoppen. Visie op deze technieken is dat deze aangeleerd worden om niet te gebruiken.
Voor deze training is geen specifieke vooropleiding nodig. De training wordt op maat aangeboden.
Praktische informatie
Deze training is altijd maatwerk. Op basis van jullie vraag kunnen we accenten verleggen.
De training bestaat vaak uit 3 dagdelen van 3 uur.
Voorafgaand aan de training maken de deelnemers een e-learning. De studiebelasting hiervan is 1 uur. Er wordt geen tijd gevraagd voor opdrachten buiten de dagdelen om.
We adviseren minimaal 1x per jaar een follow up van een dag(deel) om zo het geleerde blijvend te kunnen doorontwikkelen. Wij zoomen altijd in op jullie casuïstiek, op jullie thema’s.
Voor deze training is geen specifieke vooropleiding nodig. Het is een meerwaarde om hem teamgericht te volgen.