Als je werkt in de zorg kun je te maken krijgen met een vorm van agressie. Dit kan verbaal zijn, mentaal en/of fysiek. Agressie is altijd een uitingsvorm van iets dat eronder ligt: een behoefte, een wens. Hoe heftiger de agressie is, hoe moeilijker het vaak wordt om hiernaar op zoek te gaan. Zowel bij de cliënt als de medewerker liggen er behoeftes aan ten grondslag. De cliënt vraagt misschien om duidelijkheid, om verbinding, om gehoord te worden. En de medewerker heeft mogelijk dezelfde behoeftes. “Ik sta hier zo mijn best te doen voor de cliënt, maar hij maakt het persoonlijk.”
Naast de trainingen die wijzelf geven kunnen we ook een variant aanbieden: een train de trainer opleiding voor medewerkers.
Op vraag van jullie als zorgorganisatie leiden wij medewerkers op tot jullie interne trainers van onze agressiepreventie en -hantering training.Dit is een zorgvuldig proces. We zullen in overleg met jullie kijken hoe we de selectieprocedure vormgeven. Zo hebben wij een functieprofiel waaraan de aspirant-trainers moeten kunnen voldoen van uit ons. Daar kunnen jullie nog jullie eigen eisen aan toevoegen.
Voor medewerkers kan het een mooie ontwikkelmogelijkheid zijn om deze taak/rol op zich te nemen. Het is weer een nieuwe uitdaging, waarin ze dichtbij de interne processen staan en tegelijk coachend kunnen optreden op de werkvloer. Belangrijk is wel dat ze echt een plek gaan krijgen in de organisatie.
Het accent ligt in deze opleiding op het eigen stuk van de medewerker: wie ben ik als trainer? Waar liggen mijn kwaliteiten en waar mijn valkuilen? Welke sabotage technieken zet ik in als het lastig wordt? De medewerker krijgt inzicht in zijn persoonlijke stijl.
Daarnaast gaat hij op basis van eigen casuïstiek de theorie toepassen in allerlei oefeningen.
Medewerkers binnen een zorgorganisatie opleiden tot trainer agressiepreventie en -hantering. Ook wel weerbaarheidstrainer genoemd.
Doelen
- Inzicht krijgen in de aard, achtergronden en gevolgen van agressief gedrag
- Verwerven van een veilige, professionele houding voor, tijdens en na een situatie met agressief gedrag
- Verwerven van individuele en/of teamgerichte vaardigheden om met wederzijdse veiligheid te kunnen handelen in situaties waarin sprake is van agressief gedrag
- Leren van didactische vaardigheden
- Aansluiten bij de deelnemer
- Inventariseren leervraag
- Omgaan met weerstand
- Persoonlijke ontwikkeling
Inhoud
De volgende items komen aan bod:
- Begrippenkader: bewustwording van een eenduidig begrippenkader ten aanzien van de verschillende begrippen rond agressie en geweld, het zoeken naar de juiste interventies, zowel op cliënt- als op teamniveau. Het bereiken van een consensus over wat gewenst en ongewenst gedrag is.
- Gedragsinterventieplan cliënt: wie is de cliënt? De medewerker in staat stellen om vanuit een gerichte observatie, betekenis aan gedrag van de cliënt te kunnen geven. Vanuit deze betekenis krijgt het handelen van de medewerker vorm. De medewerker kan evalueren (korte en langer termijn) wat het effect van het handelen is.
- Gedragsinterventieplan medewerker wie ben ik als professional? De medewerker kent zijn eigen signalen, weet hier betekenis aan te geven en is in staat om zijn/haar eigen gedrag aan te passen aan wat de ander nodig heeft, zonder dat dit ten koste gaan van zichzelf.
- Ervaringsoefeningen als afstand en nabijheid; rekening houden met afstand zowel in ruimtelijk als in psychosociaal opzicht. Kennis en inzicht verwerven, oefenen en ervaringen opdoen met lichaamstaal.
- Eerste opvang en nazorg door jou en je collega’s: de eerste opvang na een ingrijpende gebeurtenis of een traumatische gebeurtenis is een intercollegiale verantwoording, wat is belangrijk bij een professionele opvang van een collega?
- Communicatie vanuit het OK vierkant: zicht krijgen op de positie die de medewerker inneemt ten opzichte van de ander (cliënt, collega, familie)
- Werkplaats met een trainingsacteur: oefenen in de praktijk met een acteur. In een veilige leeromgeving oefenen met opgedane theorie en praktijk met een professionele acteur aan de hand van de belangrijke thema’s.
- Didactische vaardigheden
- Kennis over sensorische informatieverwerking en groepsdynamiek
- Trainen van meebeweegtechnieken: individuele veiligheidstechnieken, met daarin de basis voor fysieke veiligheid. Veilig los komen uit ongewenste aangrijpingen aan handen, polsen, kleding, haren, bijten (afhankelijk van de vraag zal er een keuze gemaakt moeten worden in welke aangrijpingen getraind gaan worden). Omgaan met slaan en schoppen. Alle technieken hebben de basis om de relatie met de cliënt te behouden.
- Trainen van fixatietechnieken: de team-interventietechniek door twee personen (alleen op specifieke vraag): met twee begeleiders een cliënt fysiek onder controle brengen, bescherming bieden en evt. respectvol overbrengen naar bijvoorbeeld een andere ruimte. Ruimte nemen om emotioneel te herstellen, voor begeleider(s) en cliënt, om de relatie en de activiteit weer op te pakken.
- Stage: tijdens de opleiding en in de eerste periode na de opleiding tot trainer gaat de trainer samen trainen met een ervaren trainer. Dit om ervaring op te doen met het delen van de stof. Het leren omgaan met groepsprocessen.
Praktische informatie
Programma
Het traject train-de-trainer wordt in 8 dagen aangeboden aan een groep van (minimaal) 6 aspirant- trainers. De groep traint hele dagen van 9.30 uur tot 16.30 uur met drie kwartier lunchtijd en ’s morgens en ’s middags een kwartier koffie/theepauze. Er wordt verder tijd gevraagd voor opdrachten buiten de dagdelen om. Gemiddeld zal dit 1 uur per bijeekomst zijn.
Er is stagebegeleiding tijdens de opleiding door het samen trainen met een ervaren trainer,binnen de eigen zorgcentra. Na een periode van een half jaar is er een verplichte terugkomdag, waarin de trainers een herhaling en verdieping krijgen van de modules en geleerde fysieke interventietechnieken. Ook zal er ruimte zijn om op intervisie niveau ervaringen uit te wisselen.
Na een periode van een halfjaar is er een verplichte terugkomdag, waarin de trainers een herhaling en verdieping krijgen van de modules en geleerde fysieke interventietechnieken. Ook zal er ruimte zijn om op intervisie niveau ervaringen uit te wisselen. Zo willen we met elkaar op 1 lijn blijven en de trainers bekwaam houden.
Functieprofiel
Aspirant trainers moeten aan het volgende functieprofiel kunnen voldoen;
- Aantoonbare interesse en ervaring in het werken met cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag.
- Duidelijke visie hebben op het gebied van omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag.
- Ervaring hebben met het aansturen van teamprocessen. Trainings- en/of onderwijservaring hebben.
- Werk/denkniveau hebben op HBO niveau.
Wij kunnen zorg dragen voor een uitgebreid functieprofiel.
Gebruikersovereenkomst/licentie
Facet trainingen gaat de overeenkomst/licentie aan met zowel de opdrachtgevende instelling als met de aspirant interne instructeur(s). Zowel de opdrachtgevende organisatie als de betrokken medewerkers verbinden zich contractueel aan de verplichting de methodische vaardigheden en overgedragen kennis uitsluitend te gebruiken of in te zetten voor trainingen van overige medewerkers binnen de eigen organisatie. Hierin zit in ieder geval 2x per jaar een terugkomdag. Ook zijn er 6 momenten waarop de interne trainers kunnen inschrijven om de fysieke technieken extra te oefenen. Hiervan zijn er 2 verplicht.